Toespraak Dodenherdenking 4 mei 2025

Toespraak die de leden van het college van burgemeester en wethouders hebben uitgesproken tijdens de verschillende herdenkingsbijeenkomsten op 4 mei 2025 in onze gemeente.

Dames en heren, jongens en meisjes, inwoners van de gemeente Renkum,

2 minuten stilte. 2 minuten stilte in een kakofonie van geluid. 2 minuten stilte tegen een bulderend orkest van oorlog en geweld, dichtbij en verder weg. Tegen een koor van hitsers, van schreeuwers, van stokers. In die alles overstemmende herrie, in die zee van geluid, klonk opeens een oorverdovende stilte. 2 minuten lang. Of beter: slechts 2 minuten. Vandaag stonden we weer 2 minuten stil om onze doden te herdenken.

Als je luistert naar het overdonderende geschreeuw en gebulder, zou je je af kunnen vragen of het nog wel zin heeft om – slechts 2 minuten – te zwijgen. Moeten we hier niet mee stoppen? Is het niet zinloos, luistert er eigenlijk wel iemand naar onze stilte?

Kijk maar om je heen: de wereld staat meer dan ooit in brand. De echo’s van het verleden zijn soms beangstigend actueel. Er is opnieuw en nog steeds oorlog. In Oekraïne. In Gaza. In delen van Afrika. Miljoenen mensen zijn op de vlucht, op zoek naar veiligheid, naar vrede, naar hoop. 

Ik begrijp die moedeloosheid voor een deel ook wel. Zekerheden beginnen te wankelen. Wat bindt ons vandaag de dag nog aan wat ons ooit bond aan onze bondgenoten? Het voelt als ruzie in de familie nu onze grote broer een handelsoorlog is gestart. Ook bij zo’n tarievenoorlog kan de vlam zomaar in de pan slaan. Het is beangstigend als je het gemak hoort waarmee er over een nieuwe wereldoorlog wordt gesproken; een dreiging met de meest vernietigende wapens. 

Juist daarom… vind ik het zo ontzettend belangrijk om 2 minuten stil te zijn. Om alle Nederlandse slachtoffers te herdenken die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen. Militairen en burgers. Vrouwen, mannen en kinderen. In oorlogssituaties, bij vredesmissies, hier in ons land en ver daarbuiten. Als we al die Nederlandse slachtoffers herdenken, gaan onze gedachten ook uit naar al die andere oorlogsslachtoffers en mensen op de vlucht, waar ook ter wereld. 

Dat doet me denken aan het verhaal van de familie Gerritsen ‘de Schoenmaker’ uit de Cornelis Koningstraat in Oosterbeek. Toen de gevechten in die septemberdagen van 1944 rondom hun huis te erg werden, vond Jan Gerritsen het tijd om zijn vrouw, Griet, en hun 2 kinderen, Henk en Gertie van 9 en 12 jaar, in veiligheid te brengen. Ze pakten hun koffers en liepen door de loopgraven tussen hun woning en de Utrechtseweg naar bloemist Houthuizen. Daar konden ze niet lang blijven, en zo ging dit jonge gezin met een witte vlag voorop over de Utrechtseweg naar het Sint Elizabeth Ziekenhuis in Arnhem. Dwars door de gevechten heen naar veiliger gebied. Na een lange zeer gevaarlijke en vermoeide tocht kwamen ze uiteindelijk in het dorp Putten.

Vandaag stonden we hier samen in stilte, in verbondenheid, in herinnering. Vorig jaar september stonden we stil bij 80 jaar Airborne. Jonge mannen uit Engeland, Polen, Canada en Amerika kwamen niet om te nemen, maar om te geven. Om te bevrijden. Zij brachten hoop, maar velen van hen keerden nooit meer terug naar huis. De grond waarop wij nu leven, waarop onze kinderen nu spelen, is doordrenkt met hun offers. Uit eerbied en respect voor hen die hun leven gaven voor onze vrijheid, waren we vandaag ook weer stil. 

We stonden stil bij het offer van de Britse soldaat Willingham. Hij bracht tijdens de Slag om Arnhem een gewonde officier naar een kelder in de Annastraat in Oosterbeek. Een kelder vol met gewonde militairen en burgers. Toen de Duitse troepen de omliggende gebouwen begonnen te ontruimen, werd een granaat in de kelder gegooid. Die granaat belandde voor de ogen van een jonge moeder, mevrouw Bertje Voskuil en haar 8-jarige zoon Henri. Zonder aarzelen sprong soldaat Albert Willingham tussen de granaat en de jonge moeder en haar kind om hen te beschermen tegen de explosie. Soldaat Willingham gaf op 21 september 1944 zijn leven voor mensen die hij helemaal niet kende. Soldaat Willingham ligt begraven op de Airborne begraafplaats in Oosterbeek. Hij was 29 jaar. 

Onze jaarlijkse herdenking is dus geen uitgesleten ritueel, maar een blijvende opdracht en een actuele oproep. Om te blijven leren, te waarschuwen, en te kiezen voor menselijkheid.

Op 4 mei staan we stil, op 5 mei staan we op. Vandaag herdenken we, zodat we morgen kunnen vieren. Het is onze taak om de verhalen levend te houden. De verhalen van Albert Willingham en van de familie Gerritsen. We houden de verhalen levend voor wie na ons komt. Opdat ook zij weten wat er op het spel stond – en wat er gewonnen werd. Onze vrijheid is geen vanzelfsprekendheid. Vrijheid is een keuze. Elke dag opnieuw. Sterker nog, ik denk dat het goede altijd van het kwade zal winnen. 

Daarom stonden we stil. Stil voor de doden. Stil voor het verleden. Stil om ruimte te geven aan het besef. Aan onze dankbaarheid. En aan ons voornemen om ons in te blijven zetten voor vrede en vrijheid – voor iedereen, overal. Ook als die stilte soms zinloos lijkt. Ook als onze stilte niet direct de wereld verandert. Laten we deze avond afsluiten in het besef dat herdenken ons sterkt – en verbindt. Vandaag, morgen, en alle dagen daarna.

Want soms heeft stilte tijd nodig om gehoord te worden.

Dank u wel.