Winnaars Gedichtenwedstrijd bekend

Op 7 mei werden de winnaars van de gedichtenwedstrijdbekend gemaakt. Kijk hier wie er gewonnen hebben en lees de gedichten.

Uitslag van de gedichtenwedstrijd van de gemeente Renkum

Jeroen Hendriksen wint eerste prijs

Jeroen Hendriksen uit Oosterbeek heeft met het gedicht De open inrichting Wolfheze de eerste prijs gewonnen in de gedichtenwedstrijd die de gemeente Renkum organiseerde bij gelegenheid van het 100 jarige bestaan van de gemeente. Hij wint daarmee een boekenbon van € 100. Dit is de volledige uitslag van de gedichtenwedstrijd:

1e prijs

-       De open inrichting Wolfheze 
van Jeroen Hendriksen uit Oosterbeek 

2e prijs

-       Kroonluchters 
van Hein van der Schoot uit Wezep 

-       Als laatste raap ik je naam
van Sara De Lodder uit Ameide 

3e prijs

-       Zomerfeest
van Bennie Sieverink uit Hengelo 

-       Bomen onder bomen
van Annette Akkerman uit Maarssen 

-       Dorpsleven
van Laura Mijnders uit Norg

Eervolle vermelding van de jury

-       Verbonden met Renkum
van Wilma Sas uit Renkum

 

1e prijs

De open inrichting Wolfheze

 

ik draag een petje van Che Guevara, zegt de vrouw

ik ben altijd een echte guerrilla geweest

kijk mijn soldatentrui, mijn kaki broek en mijn oude kistjes

 

 

ze kijkt me ondeugend aan, een rood en tanig gezicht

met een enkele traan die druppelt op de naamplaat op haar borst

naast twee medailles uit de USSR en één van Ban de Bom

 

ik zie mijn zusters vanmiddag, daarom loop ik hier

op het terrein van deze open inrichting, zo heet dat toch?

Twee hebben kinderen, die komen niet, geen tijd, drukdruk

ze zijn al dood, in Irak was dat, mijn broertje ook

arts was hij daar, hij schreef zulke mooie boeken…

daarom heb ik het zo moeilijk, ik slik heel veel pillen

en ik kan niet wennen aan wat mannen van mij willen.

Ik kan nooit meer slapen en jij? Ook problemen?

Kijk, dat meisje daar uit Syrië heb ik geadopteerd

in die stenen huizen woont ze, mijn vriendin

ze heeft weer nieuwe woordjes Nederlands geleerd

 

dank u, zegt ze en raakt me even aan

u ziet me echt als mens hier staan

ik kijk haar aan, zie pijn in haar eerst zo speelse ogen

hoe vaak is zij door het leven al bedrogen?

 

 

Ik zeg adieu en wandel 

uit haar leven weg

Jeroen Hendriksen 

 

2e prijs

 

Kroonluchters

 

vanaf de kroonluchters zag het er onhandig uit maar

we zijn aangeland en monsteren de disgenoten

terwijl tafellinnen schuurt op onze knieën

 

boven hoofden zweven tekstballonnen sprokkelhout

we glimlachen, kleuren binnen lijntjes, doen

haasje-over, bang voor de kettingbotsing

 

als de avond de dag in pasteltinten wegdeemstert

heffen we het glas en draaien de zandloper

 

in een arcadisch landschap rollen we elkaar

de rode loper toe die als een golvende weg dorpen verbindt

en uitwaaiert naar schuren, weilanden en akkers, waar

ploegscharen glinsteren, waar eggen het land ruwen

en zaaigoed valt in dankbare aarde

 

Hein van der Schoot

 

2e prijs

 

Als laatste raap ik je naam

 

Vogels zijn uit je weggetrokken,

lachen breekt een gezicht open, 

geneest weer: jij blijft roerloos,

 

vraagt me de pijn in je te dichten. 

Over lakens trekt een rood spoor 

aan generaties tot mij, je dochter – 

 

zelfs bij loslaten, laat je me niet los.

Op een bordje naast je ligt je gebit: 

het smeekt met hagelwitte tanden. 

 

Ik wil het terug in je mond steken, 

‘t spuug terug op je lippen, dat het 

babbelt over hoe Hollands het weer,

 

hoe lekker de makrelen, waarom 

de goden nog aarzelen en of ik je

naam straks wil rapen van de vloer.

 

Sara de Lodder

 

3e Prijs

Zomerfeest

 

Overdag houden we braderie

op een autovrije brink

en ’s avonds branden lampions

in uitgebloeide lindebomen.

 

Insecten gonzen om ons heen

of ze kruipen in een glas.

Overmand door meligheid

gakt Gerrit naar de ganzen.

 

Wat valt er nog te zeggen

wij weten alles al

van elkaar. Het is een dorp

waar het goed wonen is.

 

De kerkklok bewaakt de uren.

 

Hoe zoel ook de nacht

de volgende morgen dreigt weer

alle huizen langs te gaan.

 

Bennie Sieverink

 

3e prijs

Bomen onder bomen

 

het was op een woensdagmiddag

onder de bomen was een bankje vrij

mijn benen droegen me niet snel genoeg

de moeder met de hoofddoek nam al plaats

 

ze zag en wenkte, ik aarzelde, maar toch –

onwennig zwegen we, elkaars taal niet machtig

ze liet me haar baby zien, ik antwoordde

met de foto’s op mijn telefoon

 

we spraken in stille gebaren en glimlach

ik voelde haar warmte tegen mijn zij

ze was de eerste die ik sprak die dag

wij konden zonder echte woorden

 

haar naam ben ik alweer vergeten

toch weet ik: zij zag mij en ik haar

 

Annette Akkerman

 

3e prijs

Dorpsleven

 

Mijn opa was zo’n man die totaal in beslag kon

worden genomen door het bodemleven in de tuin,

toen hij zijn tachtigste verjaardag vierde, woonde

hij al jaren op een flatje, maar in zijn hoofd

 

telt hij nog altijd insecten, er kronkelen wormen

in zijn hoofd die zijn herinneringen aanvreten

verderop in de straat woont een man die duizend

pogingen deed om het einde van de wereld

 

uit te rekenen, volgens hem zijn sommige

dingen onvermijdelijk, hij mompelt de hele dag

versjes die mijn moeder vroeger zong en dan

de bakkersvrouw met ogen waarin een

 

permanent verdriet lijkt te wonen en waar

iedereen altijd een extra brood besteld sinds

ze haar man verloor, soms lijken al die mensen

onder mijn huid te kruipen en verlies ik wie ik

 

ben, een dorpsgenoot vroeg me ooit wat er van

me zou overblijven als ik nu eindelijk eens besloot

wie ik zou willen zijn, ik dacht toen aan de lente

en pasgeboren kalveren die direct na de geboorte

 

proberen te staan: wankel zoeken ze naar evenwicht


Laura Mijnders

 

Eervolle vermelding van de jury

Verbonden met Renkum

 

Ik ken dit dorp nu door en door

de Dorpsstraat met het kleine plein

de bib, het oude postkantoor en

aan het eind de Albert Heijn

 

Dit is mijn plek op Google Earth

die straat daar met de molen

dat huis waar kamperfoelie geurt

en kauwtjes samenscholen

 

Waar Westenwind ’t geluid aanvoert

van aken op de Rijn

en de papierfabriek die ploert

baas van de horizon wil zijn

 

Meer noordelijk nieuwe natuur

het Beekdal met zijn sprengen

en kinderen bij de zwaluwmuur

zodra de dagen lengen

 

Dit is mijn plek, dit dorp, dit dal

waar ’t edelhert ooit grazen al. 

 

Wilma Sass